In december maakte ik mijn jaarlijkse rondje langs de grote dagbladen om te kijken welke Franse literatuur wordt getipt door recensenten. Ook bekeek ik de lijstjes met de favorieten van de redacteuren van De Groene Amsterdammer en van de website Tzum. In totaal telde ik 19 verschillende titels in vijf lijstjes. Vier titels werden meerdere keren genoemd.
Recensenten van Trouw en De Volkskrant zijn lovend over De onvermijdelijkheid van geweld van Yambo Ouologuem (Le devoir de violence, oorspronkelijk uit 1968). Dat boek werd aan de vergetelheid ontrukt door de Senegalees Mohamed Mbougar Sarr, die het als uitgangspunt nam voor zijn roman De diepst verborgen herinnering van de mens (La plus secrète mémoire des hommes, 2021), waarmee hij de Prix Goncourt won. Het boek van Ouologuem verscheen afgelopen jaar in Nederlandse vertaling en maakte veel indruk op recensent Ariejan Korteweg, die het in De Volkskrant als volgt beschreef: “Meer dan een roman is De onvermijdelijkheid van geweld een kroniek, een woest verhaal waarin honger naar macht en seks de voornaamste drijfveren vormen.”
De roman van Ouologuem is wellicht wat minder geschikt voor beginnende lezers, in ieder geval in het Frans. Die kunnen beter beginnen met een titel van Lola Lafon: Als je naar dit lied luistert (Quand tu écouteras cette chanson, 2022). Lafon bracht een nacht door in het Achterhuis en leefde zich in in Anne Frank. Het is heel lastig om een boek te schrijven over Anne Frank zonder in clichés te vervallen, maar volgens recensent Cyrille Offermans is dat Lafon wél gelukt. Lafon verbindt haar eigen geschiedenis met die van Anne Frank.
Ook Anne Berest schreef over de Tweede Wereldoorlog. Haar roman De ansichtkaart (La carte postale, 2021) wordt in Trouw genoemd. Aan de hand van een briefkaart gaat de auteur op zoek naar haar familiegeschiedenis, die bewust verhuld is.
De Eerste Wereldoorlog duikt ook op in de eindejaarslijstjes. Er is afgelopen jaar een vertaling verschenen van Louis-Ferdinand Céline, de allang overleden schrijver van Voyage au bout de la nuit, die omstreden is vanwege zijn antisemitisme. Het boek dat nu verschenen is heet Oorlog (de Franse titel is Guerre en verscheen in 2022) en wordt door recensent Sander Becker “krachtig en onvergetelijk” genoemd.
Een vrolijker boek is Claudine in Parijs (Claudine à Paris, oorspronkelijk verschenen in 1901) van Colette. Ger Leppers van Trouw is er enthousiast over. Het is het tweede deel in de autobiografische reeks van deze opvallende verschijning, een “très grande dame van de Franse literatuur”.
Het valt op dat veel boeken die worden genoemd in de lijstjes van schrijvers zijn die al lang overleden zijn. Dat zal te maken hebben met de vertalingen die zijn verschenen, maar ook met de kwaliteit van de boeken. Een andere titel die wordt genoemd is namelijk van Albert Camus, de schrijver van La peste, dat een revival beleefde toen de coronapandemie uitbrak. In 2023 verscheen een nieuwe vertaling van een aantal essays van Camus: Bruiloft – De zomer (Noces verscheen in 1939 en L’été 15 jaar later, in 1954). Hij schrijft over Algerije, zijn jeugd, het licht en overal klinkt zijn absurdistische levensvisie in door.
Veel recenter is V13 (V13, 2022) van Emmanuel Carrère, een verslag van de processen van de aanslagen in Parijs op 13 november 2015. Carrère was aanwezig in de rechtbank en schreef er een boek over, waarvan De Groene Amsterdammer erg onder de indruk was.
Carrère is een gevestigd auteur en daarvan vinden we er meer in de lijsten. Zo noemt De Volkskrant Philippe Claudel met Schemering (Crépuscule, 2022), over de moord op een priester, en Trouw tipt Michel Houellebecq met Vernietigen (Anéantir, 2022), een veelomvattend boek over o.a. terrorisme. In NRC wordt ook De jongeman (Le Jeune Homme, 2022) van Annie Ernaux genoemd, dat gaat over een liefdesrelatie tussen een jonge man en een oudere vrouw.
Een nieuwere naam vinden we bij Tzum, waar André Keikes enthousiast schrijft over Connemara (oorspronkelijk gepubliceerd in 2022) van Nicolas Mathieu. Deze roman speelt zich af in de buurt van Nancy, op zo’n vergeten stukje platteland waar het leven echt anders is dan in de grote, hippe steden. “Op realistische, soms rauwe wijze vind je in alles de huidige deplorabele staat van Frankrijk en in breder verband, de westelijke wereld terug. Mathieu is een meester in snelle, aansprekende, niet zelden sardonische formuleringen van breed gedeelde ervaringen, die Connemara ook sociologisch interessant maken,” schrijft Keikes.
Opvallend is dat er dit jaar ook een paar Franstalige non-fictie boeken worden besproken. Zo lezen we in NRC over Leven als een vogel (oorspronkelijk verschenen in 2019 onder de titel Habiter en oiseau) van de Belgische wetenschapsfilosoof Vinciane Despret. De auteur beschrijft hoe vogels leven én hoe wetenschappers daar onderzoek naar doen. Meerdere recensenten van Tzum zijn enthousiast over een ander natuurboek: Geloven in het wild (oorspronkelijke titel Croire aux fauves, 2019) van Nastassja Martin. Op een reis in Rusland kwam antropologe Martin oog in oog te staan met een beer. Dat liep niet goed af, maar ze kon het navertellen en dat deed ze in haar boek.
Tzum en Trouw wijzen ook allebei op een boek van de eerdergenoemde Mohamed Mbougar Sarr. De titel is Een echte man (De purs hommes, 2018) en gaat over homoseksualiteit. Een ander Afrikaans boek dat wordt getipt is van de inmiddels overleden Paul Lomami Tsibamba: Ngando en andere verhalen (oorspronkelijk verschenen in 1948 onder de titel Ngando (le crocodile)) een verhalenbundel met magisch-realistische verhalen.
Zelf ben ik erg nieuwsgierig naar de graphic novel Marathon (2021) van Nicolas Debon, die in de toplijst van de Volkskrant staat, en naar Veiller sur elle (2023) van Jean-Baptiste Andrea.
De leesadviezen zijn dus veelzijdig. Lang niet alle boeken zullen geschikt zijn voor het onderwijs, maar er staat genoeg moois tussen om uit te kiezen.