Van sommige boeken weet je gewoon dat het goede films zouden kunnen worden. Je hoort de soundtrack al in je hoofd en hebt de rollen al verdeeld. Sauver Mozart van de Franse auteur Raphaël Jerusalmy is zo’n boek. Het gaat over een groot thema – de Tweede Wereldoorlog- dat teruggebracht wordt tot menselijke proporties. Het deed me denken aan La vita è bella, de ontroerende film van Roberto Benigni uit 1997 die terecht diverse prijzen in de wacht sleepte. In La vita è bella doet hoofdpersoon Guido alsof de oorlog een spel is, opgezet voor zijn zoontje. De hoofprijs is een tank. Ondanks de tragiek van de film, is het verhaal heel hoopgevend. Door de oorlog niet helemaal serieus te nemen verzet Guido zich tegen de Duitsers. Het is weliswaar een klein protest en, om het flauw uit te drukken. Guido wint de oorlog er niet mee, maar het is evengoed een daad van verzet tegen oorlog en geweld.
In Sauver Mozart heet de hoofdpersoon Otto J. Steiner. In de zomer van 1939 bevindt hij zich in het sanatorium van Salzburg. Daar wordt hij niet alleen verteerd door tuberculose, maar ook door het verdriet dat hij heeft omdat hij als zieke, oudere man naar de marge is gedrongen. Zijn enige troost vindt hij in muziek, met name in de muziek van Mozart. De liefde voor muziek zorgt ervoor dat hij op een cruciaal moment in de geschiedenis heel dicht bij Hitler kan komen. Als een moordpoging op Hitler mislukt, besluit Steiner op een andere manier wraak te nemen. Hij weet zich in de organisatie van de Festspiele te wurmen en zorgt met een kleine daad voor een groot protest. Het lukt Otto dan misschien niet om de mensheid te redden, maar hij redt wel zijn favoriete componist Mozart.
Sauver Mozart is geschreven in dagboekvorm. Otto noteert al in het begin dat schrijven niet echt iets voor hem is. Hij schrijft dan ook in korte zinnen, haast in telegramstijl. Gelukkig worden de meest dramatische scènes wat meer uitgesponnen, omdat Otto de scènes beschrijft in brieven aan zijn zoon. Tekenend coor Otto J. Steiner is het volgende fragment:
J’aurai donc cinq minutes pour sauver Mozart. Il ne m’en faut pas plus. Mais pas avec une tasse de café. Ni une fiole de poison. En musique, comme il se doit. Au violon.
Staccato, to the point en glashelder. Buitengewoon knap hoe Jerusalmy een zwaar onderwerp als de Tweede Wereldoorlog (en dan ook nog vanuit het gezichtspunt van een zwakke oudere) zo luchtig weet te brengen.
Het debuut van Jerusalmy, die eerder bij de Israëlische militaire inlichtingendienst werkte en een antiquariaat in Tel Aviv runde, is niet onopgemerkt gebleven. In 2013 won het de prix Emmanuel-Roblès en het is al vertaald in het Engels, Hebreeuws en Italiaans. Wat mij betreft wordt het zo snel mogelijk verfilmd.
Raphaël Jerusalmy, Sauver Mozart, Actes Sud, Arles, 2012, 160 p.
27 comments
Comments are closed.