Sommige schrijvers creëren een eigen universum, waarin steeds dezelfde thema’s terugkeren. Voor lezers kan dat heel fijn zijn, want je kunt steeds op je favoriete schrijver teruggrijpen. Je weet zo ongeveer wat je te wachten staat qua stijl en thematiek. Een gevaar is wel, dat alle boeken op elkaar lijken. In het Franse taalgebied is Amélie Nothomb bekend als zo’n auteur met een eigen wereld. Bij elke rentrée littéraire ligt er wel weer een nieuw boek van deze Belgische schrijfster in de winkel.
Het knappe van Amélie Nothomb is dat ze steeds dezelfde onderwerpen recyclet, maar daarbij toch verrassend uit de hoek komt. In Le livre des sœurs (2022) gaat het bijvoorbeeld over een geniaal meisje, een ongewone jeugd in een gesloten setting, een eetstoornis, taalontwikkeling en schoonheid. En dat alles in Nothombs kenmerkende absurdistische stijl.
De hoofdpersoon in Le livre des sœurs is het geniale meisje Tristane. Haar ouders zijn zo verliefd op elkaar, dat ze niet zitten te wachten op een kind. Ze weten dan ook niet goed wat ze met haar aan moeten. Tristane wordt aan haar lot overgelaten en is zielsgelukkig als ze een zusje krijgt, voor wie ze kan (en moet) zorgen en met wie ze alles kan delen. Tristane is slim en zorgzaam, maar wordt door een paar mensen in haar leven terne genoemd, saai, zonder sprankeling. Dat trekt ze zich enorm aan. Haar zusje Laëtitia bekommert zich niet om de mening van anderen en wordt heel gelukkig in haar zelf opgerichte niche: een rockband met een kleine maar trouwe schare fans.
Tristane en Laëtitia zijn niet de enige zussen uit de titel van de roman. Het verhaal gaat ook over hun moeder en tante. Waar hun moeder alles goed voor elkaar heeft in haar leven, maakt tante Bobette er een puinhoop van. Ze brengt onbeperkt nageslacht voort waar ze niet naar omkijkt en zit de hele dag op de bank te roken en tv te kijken. Ondanks haar levensstijl is ze een voorbeeld voor Tristane.
Deze roman is al net zo absurdistisch als Nothombs andere werk. Dat maakt dat je als lezer met afstand naar de situatie kijkt. De personages gedragen zich zo radicaal, dat het soms lastig is om je echt in te leven. Toch heeft Tristane iets heel echts: ze wordt geraakt door stomme opmerkingen van anderen, die haar eigenlijk alleen oppervlakkig kennen. Dat is iets heel herkenbaars.
Wat ik knap vind aan Amélie Nothomb, is dat ze heel toegankelijk schrijft. Als beginnend Franslezer heb ik haar boeken verslonden. Pas toen ik ze later herlas, zag ik dat ze vol stonden met literaire verwijzingen. In Le livre des sœurs bijvoorbeeld maakt Tristanes nichtje Cosette nooit huiswerk. Ze komt daar mee weg met creatieve smoezen. Zo zegt ze dat ze het gedicht “Demain, dès l’aube” niet kan onthouden, het gedicht dat Victor Hugo schreef over zijn verdronken dochter. Cosette, die vernoemd is naar een personage uit Les misérables van Victor Hugo, komt met deze smoes: “Vous comprenez, ma mère m’a appelée Cosette en hommage à Victor Hugo, parce que sa sœur s’est noyée.” Schitterend.
Ik vind niet alle boeken van Amélie Nothomb even geslaagd, maar Le livre des sœurs vind ik wél een boek om te onthouden.
Amélie Nothomb, Le livre des sœurs, Paris, 2022, 198 p.