Dany Laferrière – L’enfant qui regarde

Meneer Gérard is een bijzondere buurman. Hij woont in een appartement boven de apotheek, midden in een volkse wijk in een Haïtiaanse stad. Hij lijkt een beetje out of place in deze drukte: meneer Gérard is een intellectueel die van klassieke muziek en van literatuur houdt. Bovendien is hij erg op zichzelf. Dat leidt in deze buurt, waar iedereen elkaar kent, tot geroddel. Iemand die zo stilletjes is, zo anders dan anderen, moet tenslotte wel wat verbergen.

L’enfant qui regarde (2022) is een novelle van de oorspronkelijk Haïtiaanse schrijver Dany Laferrièrre (geboren in 1953). Laferrière heeft een heel divers oeuvre dat verschillende genres bestrijkt. Zo schreef hij verschillende romans, met name over immigratie (Vers le sud, 2006), maar ook een soort dagboek (Tout bouge autour de moi, 2011) en poëzie. Laferrière woont al lang in Noord-Amerika, maar is goed op de hoogte van de situatie in zijn vaderland, waar hij regelmatig terugkeert. In Tout bouge autour de moi vertelt hij bijvoorbeeld over de aardbeving die plaatsvond in 2010, toen hij toevallig in Haïti was voor een lezing. 

De novelle L’enfant qui regarde speelt zich ook af in Haïti. Het kind dat kijkt is Manuel, een jongen van 10 jaar oud die met zijn moeder bij meneer Gérard in de buurt woont. Als Manuels resultaten op school tegenvallen, beklaagt zijn moeder zich bij meneer Gérard. Die is docent geweest op een meisjesschool en wil Manuel wel bijles geven. Manuels cijfers schieten omhoog, maar meneer Gérard blijft een mysterie, zelfs nu Manuel regelmatig bij hem thuis komt.

Laferrière had kunnen kiezen voor een zoetsappig verhaal, waarin leermeester Gérard zijn pupil Manuel tot grote hoogten laat stijgen. Je ziet de Hollywoodfilm al voor je. In plaats daarvan volgt een verhaal dat zo uit het oeuvre van Guy de Maupassant zou kunnen komen. De vertelling is namelijk, zoals dat zo mooi wordt genoemd, “zwanger van onheil”. Aan alles voel je dat er iets niet in de haak is. Het begint ermee dat Manuel zijn nieuwsgierigheid niet in bedwang kan houden en gaat vissen naar het verleden van meneer Gérard. Dat stelt meneer Gérard niet op prijs en hij stopt met bijles geven. Het is ook opmerkelijk dat alle informatie die de lezer krijgt over meneer Gérard uit de tweede of de derde hand komt. Een rancuneuze oud-collega suggereert dat meneer Gérard impotent is, Manuels moeder weet te vertellen dat hij niet vrijwillig is weggegaan bij de meisjesschool waar hij werkte et cetera. En dan is er ook nog dat verhaal van die klap. Er wordt gezegd dat meneer Gérard vreemdging met een vrouw en dat haar man hem toen heeft geslagen, terwijl meneer Gérard rustig iets zat et drinken in een bar. Kortom, er is iets met die man aan de hand, maar niemand weet er het fijne van.

De ontknoping komt op een hete marktdag bij de apotheek. Wie wil weten hoe het afloopt, moet de novelle van slechts 56 pagina’s lezen. Het is een prachtige ingang tot Laferrières oeuvre. 

Dany Laferrière (2022), L’enfant qui regarde, Paris, 56 p.