Le roi n’a pas sommeil – Cécile Coulon

Sinds een paar jaar zijn zogenaamde Amerikaanse romans erg populair in Frankrijk. Het gaat  niet om vertaalde literatuur, maar om oorspronkelijk Franse romans met een Amerikaans tintje. Dat tintje kan van alles zijn: het decor van een Amerikaanse stad of het ruige platteland, het eenvoudige taalgebruik, de Engelse namen van personages, de conventies van een Amerikaanse thriller. Het bekendste voorbeeld is misschien wel La vérité sur l’affaire Harry Québert, het boek waarmee debutant Joël Dicker in een klap wereldberoemd werd. De page turner over een zonderlinge schrijver die betrokken lijkt te zijn bij een mysterieuze verdwijning is inmiddels in Amerika uitgebracht, waar de roman gewaardeerd wordt om zijn Franse touch. Het kan verkeren.

In hetzelfde jaar als de bestseller van Dicker verscheen het veel bescheidener relaas Le roi n’a pas sommeil van de jonge schrijfster Cécile Coulon. De schrijfster (geboren in 1990) heeft een indrukwekkend aantal titels op haar naam staan. Tussen 2007 en 2017 publiceerde ze maar liefst 9 boeken en won ze twee literaire prijzen, allebei voor Le roi n’a pas sommeil.

De roman speelt zich af in een klein dorpje in de Verenigde Staten, dat zijn bestaansrecht ontleent aan de plaatselijke zagerij. De inwoners zijn eenvoudig en verlangen niet veel van het leven. De snelle consumptiemaatschappij lijkt heel ver weg:

 

 “Il n’avait jamais vu d’animaux tropicaux, il ne connaissait pas le goût des crevettes. Les autres non plus. Et ça ne les dérangeait pas.”

 

Hoofdpersoon Thomas Hogan groeit vredig op in zijn eigen koninkrijk: een klein huis op een groot stuk land, waar Thomas woont met zijn ouders William en Mary. Maar er is trouble in paradise: William raakt zwaargewond bij een bedrijfsongeval in de zagerij. Vanaf dat moment gaat het de verkeerde kant op met Thomas. “Koning” Thomas wordt gedwongen zijn “royaume paisible” te verlaten en ziet geen weg meer terug.

Cécile Coulon schrijft weinig pretentieus, maar prachtig proza. In eenvoudige zinnen weet ze een wereld op te roepen. De roman is Amerikaans qua setting, maar universeel qua inhoud. Coulon laat zien hoe het is om in een kleine gemeenschap te wonen, waar iedereen zich koning waant en waar iedereen zich met elkaars zaken bemoeit:

 

“On s’imaginait l’inimaginable, les pires horreurs circulaient pendant les repas de famille. Nuit et jour, il y avait quelque chose à dire. La ville ne dormait jamais. Ses rois n’avaient pas sommeil.”

 

Wie van feel good verhalen houdt, een verhaaltype waarin de Amerikanen ook uitblinken, is bij Coulon aan het verkeerde adres. Le roi n’a pas sommeil is een roman noir waaruit een zeer pessimistische levensvisie spreekt: het is onmogelijk te ontsnappen aan je afkomst.

Het onderwerp mag dan zwaar zijn, maar de roman is prachtig. Het is een helder geschreven verhaal met veel diepgang. Daar mag Cécile Coulon er nog wel meer van schrijven.

 

Cécile Coulon, Le roi n’a pas sommeil, Viviane Hamy, Paris, 2012, 154 p.