L’arbre du pays Toraja – Philippe Claudel

Een cineast komt terug van vakantie en vindt een boodschap op zijn antwoordapparaat: zijn vriend (en producent) Eugène heeft kanker. Hoewel Eugène aanvankelijk positief is, gaat het toch verkeerd en overlijdt hij. Dit zet de cineast aan tot nadenken over de dood en het leven. Wat betekent het eigenlijk om in leven te zijn?

In L’arbre du pays Toraja (2016) vind je niet echt een verhaal met een traditionele opbouw. Zo zegt de verteller het ook: het is “un récit libre dans sa forme, dans son agencement et dans son déroulé”. Dit biedt juist de gelegenheid om losse gedachten aaneen te rijgen, wat de verteller dan ook doet. Het verbindende element zijn de filmbeelden waarin de ik-figuur zijn verhaal giet. Om maar een voorbeeld te noemen, lezen we aan het eind van hoofdstuk 12:

“Le silence semble parfois le profond dialogue de ceux qui se comprennent. Les nuages, bas, passent comme des figurants lointains échappés d’une faible profondeur de champ et qui paraissent juste esquissés, peu réels. Mes yeux se posent de nouveau sur Florence. J’aimerais savoir à quoi elle pense à ce moment. Je lui prends une dernière fois sa cigarette. J’aspire une longue bouffée. Voluptueusement. Elle me laisse faire, me regarde et sourit, un peu tristement.”

Alleen al het bovenstaande fragment maakt nieuwsgierig naar het boek. Wie is bijvoorbeeld die ik-figuur, die in filmtermen praat (“figurants”, “une faible profondeur de champ”) en die een scherp waarnemingsvermogen heeft? De ik-figuur beschrijft voortdurend wat hij ziet of waarneemt of doet (“Mes yeux se posent de nouveau sur Florence”). Waarom zou je ervoor kiezen een verhaal over de dood van een vriend in beelden te vertellen in plaats van in gedachten? Misschien wel vanwege de stilte waar het citaat mee begint, die soms lijkt op de diepgaande dialoog van mensen die elkaar begrijpen. En wie is Florence, waarom glimlacht ze zo triest en hoezo is het de laatste keer dat de ik-figuur een trek neemt van haar sigaret?

L’Arbre du pays Toraja werd ook in Nederland lovend ontvangen. Geen wonder, het is zo’n rijk boek met prachtige beelden en gedachten. Sommige stukken lijken net een film, bijvoorbeeld de scène waarin Eugène een laatste uitstapje maakt vanuit zijn hospice en prompt zijn favoriete auteur tegen het lijf loopt. Wat het filmische aspect van deze roman nog versterkt, zijn de muziekfragmenten die her en der zijn opgenomen in het boek. Zelfs aan een soundtrack is gedacht!

Het is niet vreemd dat Philippe Claudel zo goed filmbeelden weet te verwoorden, want hij is zelf ook cineast en scenarist. De toon van L’Arbre du pays Toraja deed me denken aan Claudels film Il y a longtemps que je t’aime (2008), waarin het ook om loodzware zaken gaat, die toch op een mooie, zorgvuldige manier in beeld worden gebracht, met hier en daar humor en zelfspot.

De thematiek van L’Arbre du pays Toraja mag dan zwaar zijn, de roman is dat niet. In slechts 216 pagina’s weet Claudel een mooie beschouwing over leven en dood te passen, die je eerder doet glimlachen dan huilen.

 

Philippe Claudel (2016), L’arbre du pays Toraja, Paris: Stock, 216 p.