Franse literatuur in de eindejaarslijstjes van 2021

In de eindejaarslijstjes van 2021 was weer veel moois te vinden. Literair weblog Tzum heeft een hoop lijstjes verzameld. Handig, want recensenten hebben veel gelezen en kunnen daardoor goede tips geven. Hier vind je een overzicht van Franstalige literatuur (bijna allemaal vertaald in het Nederlands) die werd aangeraden.

Een roman die heel vaak wordt genoemd is Anomalie van Hervé le Tellier. Niet voor niets won Le Tellier met deze roman de Prix Goncourt. De “anomalie” uit de titel gat over een vliegtuig dat in maart 2021 in hevige turbulentie verzeild raakt. De passagiers worden erg misselijk, maar ze kunnen met enige vertraging allemaal veilig uitstappen en verder gaan met hun leven. Of niet? Precies 106 dagen later landt het vliegtuig nog een keer, met precies dezelfde mensen aan boord. In NRC schreef Margot Dijkgraaf: “Vergeet Dix pour cent, Marseille en Lupin, de beste Franse serie van dit moment is een roman.”  

Het afgelopen jaar verschenen twee boeken van Edouard Louis, die allebei voorkomen in de lijstjes. Humo noemt Strijd en metamorfose van een vrouw (originele titel: Combats et métamorphoses d’une femme). In een interview met Humo vertelde Louis dat hij werkt aan een “fresco van de sociale wereld”. In Frankrijk wordt Louis een “transfuge de classe” genoemd, iemand die zijn klasse overstijgt. Hij komt uit een arbeidersmilieu en is opgeklommen in de literaire wereld. In Strijd en metamorfose van een vrouw neemt hij het leven van zijn moeder onder de loep. Waar hij zijn moeder eerder hard veroordeelde voor haar aandeel in zijn ruwe jeugd, analyseert hij nu de strijd die zijn moeder zelf heeft moeten voeren. Ze heeft ook nogal een weg moeten afleggen, van een vrouw die haar basisschool niet heeft afgemaakt tot een “vrouw van de wereld”, die op latere leeftijd haar schepen achter zich verbrandt en in Parijs gaat wonen. Kim Schoof schreef een scherpe analyse in de Groene Amsterdammer. Het tweede boek van Edouard Louis heet Changer: méthode. In dit boek maakt Louis de balans op van zijn leven en beschrijft hij de weg die hij tot nu toe heeft afgelegd.

Eén van mijn favoriete schrijvers verschijnt meerdere keren in de lijstjes: Sylvain Tesson. Men is enthousiast over De sneeuwpanter (de oorspronkelijke titel is La panthère des neiges en het verscheen in het Frans in 2019). Tesson reist graag naar afgelegen plekken. Toen hij door een natuurfotograaf werd uitgenodigd om naar Tibet te reizen om op zoek te gaan naar de sneeuwpanter, kon hij dan ook niet weigeren. Hij beschreef zijn ervaringen in La panthère des neiges. In De Tijd wordt het een prachtig poëtisch boekje genoemd over de “verslavende kunst van het dieren spotten”.

Ook Kleedkamer in kindertijd (oorspronkelijke titel: Vestiaire de l’enfance) van Patrick Modiano staat op meerdere lijstjes. Dat is geen nieuw boek, want het verscheen al in 1989. De Nederlandse vertaling is wel nieuw. Tzum noemt het een “vintage Modiano”. Een schrijver verblijft in een Spaanse stad, maar komt uit Parijs. Daar lijkt hij betrokken te zijn geweest bij een auto-ongeluk.

In het Dagblad van het Noorden tipt Koen Schouwenburg het boek Zelfmoord (Suicide, verschenen in 2008) van Édouard Levé. De verteller in deze roman vertelt over de zelfmoord van zijn goede vriend. Schouwenburg noemt het boek een ambigue tekst, die wars van sentiment is geschreven.

Schouwenburg tipt ook nog Algerijnse kronieken van Albert Camus. Camus is al een halve eeuw geleden overleden, maar zijn werk staat nog steeds volop in de belangstelling. La peste (1947) bleek nog steeds erg relevant te zijn toen de coronapandemie uitbrak. Dat geldt ook voor de verzameling teksten in Chroniques algériennes (3 delen, verschenen tussen 1939-1958).

Yoga van Emmanuel Carrère is wel een contemporaine roman. Carrère was van plan om te beschrijven wat yoga en meditatie voor hem betekenen, maar tijdens het schrijven raakte hij depressief. Geen vrolijk onderwerp, maar Vivian de Gier van het blad Humo is enthousiast: “Carrère beschrijft het allemaal met een aanstekelijke grijns, culminerend in het besef van de wispelturigheid van lichaam en ziel.”

Margot Poll van NRC geeft Een grote familie (oorspronkelijke titel: La Familia grande) van Camille Kouchner de tweede plaats van haar ranglijst. Dat boek deed nogal wat stof opwaaien in Frankrijk, want het is gaat over de incest waaraan Kouchners stiefvader zich schuldig maakte. De stiefvader wordt niet bij naam genoemd, maar iedereen weet wie het is: Olivier Duhamel, hoogleraar en voormalig minister. Ook Kouchners moeder is geen onbekende. Zij is hoogleraar politicologie en publiek recht. Incest komt, zo is de boodschap, in de beste families voor. Een uitgebreide bespreking staat in De Morgen.

Het lijstje van Margot Dijkgraaf bestaat, hoe kan het ook anders, vrijwel uitsluitend uit Franse literatuur. Als eerste noemt ze Tropismen (oorspronkelijke titel: Tropismes) van Nathalie Sarraute. Dit is een klassieker, opnieuw vertaald door Kiki Coumans en uitgegeven door Uitgeverij Vleugels. Sarraute was haar tijd heel ver vooruit toen ze het boek in 1939 schreef. Pas in de jaren ’50 kreeg dit soort literatuur een naam: de Nouveau Roman.

Dijkgraaf noemt ook Het geheugen van lucht (La mémoire de l’air, oorspronkelijk verschenen in 2014) van Caroline Lamarche. Het boek is een monoloog van een vrouw die verkracht is. Oorspronkelijk werd het als een theatermonoloog geschreven.

Een boek dat alleen nog maar in het Frans is verschenen is La plus secrète mémoire des hommes van Mohamed Mbougar Sarr. Het was genomineerd voor de Prix Goncourt. Margot Dijkgraaf noemt het een hoogliterair, labyrintisch werk waarin je kunt verdwijnen. In een mix van stijlen wordt het verhaal verteld van Diégane Latyr Faye, die geobsedeerd is door het verhaal van een Amerikaanse cultschrijver die na een beschuldiging van plagiaat spoorloos is verdwenen.

De laatste boekentip uit de lijstjes komt van Arjen van Meijgaard van literair weblog Tzum. Het is een boekje van Georges Perec, een schrijver die er een sport van maakt te experimenteren met literatuur. Een van zijn experimenten was een paar dagen op één plek te gaan zitten en alles te noteren wat hij waarnam. Dat resulteerde in Poging tot uitputtende beschrijving van een plek in Parijs (oorspronkelijke titel: Tentative d’épuisement d’un lieu parisien, verschenen in 1982). Dat is nog opmerkelijk interessant: het boek is zelfs verfilmd in 2008.

Er is dus veel goed besproken Franse literatuur verschenen het afgelopen jaar. Opvallend is dat de Nederlandse vertaling soms erg lang op zich heeft laten wachten. Wie recente Franse romans wil lezen, zal ze in de brontaal moeten lezen.