Zo op het eerste gezicht lijkt het wel een zelfhulpboek: Changer: méthode (2021). Veranderen: methode. Maar dat is deze roman zeker niet. Het is het autobiografische verslag van Edouard Louis (nom de plume van Eddy Bellegueule, geboren in 1992) waarin hij beschrijft hoe hij veranderd is toen hij ging studeren. En dat is, in zijn eigen woorden, een echte “odyssée”: een levensveranderende tocht vol gevaren.
Edouard Louis staat bekend als een zogenaamde transfuge de classe, iemand die zijn klasse overstijgt. Hij is geboren in een bijzonder arm gezin in een dorp in Noord-Frankrijk. Al vanaf zijn vroegste jeugd kreeg hij te maken met huiselijk geweld. Er was niet altijd genoeg te eten. De bovenbouw van zijn middelbare school volgde hij op een internaat in Amiens, waar hij zich los wist te maken van zijn uitzichtloze jeugd.
Tussen 2014 en 2021 schreef hij al vijf boeken waarin hij verschillende facetten van zijn leven heeft bestudeerd. Hij wijdde een boek aan zijn vader, waarin hij opvallend mild was over hem. Ook zijn moeder werd bestudeerd in een roman. In Changer: méthode beschrijft hij meedogenloos zijn eigen weg omhoog in de maatschappij. Die weg begon op het lyceum in Amiens. Hij merkte daar al snel dat hij dingen miste en niet kon meepraten over boeken en (klassieke) muziek en dat hij zich anders kleedde en anders praatte dan het gros van de leerlingen. Zijn “méthode”? Zich aanpassen als een kameleon, razendsnel leren mee te praten en aan te pappen met de mensen die hem als gids kunnen dienen.
Het is ongelofelijk hoe snel Louis sociaal weet te stijgen. Zo raakt hij bevriend met de filosoof Eribon. Dat zal niet iedereen gegeven zijn. Het is ook hard werken voor Louis. Relaties zijn nooit vrijblijvend, maar dienen altijd een doel.
Pijnlijk is het laatste deel van het boek, waarin Louis beschrijft dat zijn weg naar boven hem weliswaar veel heeft gebracht, maar ook heel eenzaam heeft gemaakt. Hij is maatschappelijk succesvol, maar vervreemd van zijn familie. Hij gaat erg utilitair en radicaal met relaties om. Zodra een gids niet meer nodig is, wordt hij of zij min of meer gedumpt. Je vraagt je af waar Louis’ weg eindigt.
Onlangs las ik het boek Misschien moet je iets lager mikken (2023) van Milio van de Kamp (1992). Dat deed me erg denken aan de boeken van Edouard Louis. Van de Kamp groeide op in een arm gezin in Amsterdam. Hij vertelt in zijn autobiografische boek over zijn eigen weg van arm jongetje naar docent Sociale Wetenschappen. Je zou zijn route ook gerust een odyssee kunnen noemen. Hij groeide weliswaar in de stad op, maar onder soortgelijke omstandigheden als Louis: alleen kaal beton op de vloer, geen elektriciteit en gas en veel heftige ervaringen. Louis schrijft over zijn neef die in een gevangeniscel overlijdt en Van de Kamp vertelt over meerdere kennissen en vrienden die overlijden door geweld en armoede. Zelf weet hij zich te ontworstelen aan de harde omgeving waarin hij is opgegroeid. Net als Louis moet hij alles zelf uitzoeken: welke opleiding kun je volgen om hogerop te komen, hoe gedraag je je in een ander sociaal milieu? Ook Van de Kamp heeft soms het idee dat hij mensen van vroeger verloochent om hogerop te komen. Hij benadrukt ook de goede kanten van de wijk waarin hij is opgegroeid.
Een groot verschil tussen Louis en Van de Kamp is dat Louis vooral een zelfonderzoek doet, terwijl Van de Kamp benadrukt hoe anderen naar hem kijken. De titel van zijn boek is een ongetwijfeld goedbedoeld advies van een docent op het vmbo die hij vertelde dat hij psycholoog wilde worden. Het is niet verwonderlijk dat Van de Kamp erg kritisch is op het Nederlandse onderwijssysteem, waarin havo en vwo wel erg worden opgehemeld ten koste van het vmbo.
Changer: méthode en Misschien moet je iets lager mikken zijn twee mooie, aangrijpende en helaas nog steeds actuele boeken die je anders naar de maatschappij laten kijken. Frankrijk en Nederland zijn rijke landen die zich beroepen op gelijkheid, maar die gelijkheid is er blijkbaar nog steeds niet voor iedereen.
Edouard Louis, Changer: méthode, Paris, 2021, 332 p.